Coenen

Marie-José Coenen

WORKS
26 juni t/m 22 juli

Tekst bij de expositie door Emmie Muller.

Met keramische kubusvormen ondergedompeld in de inkt tot geschilderde of gestempelde werken op papier en wandobjecten van hout, legt deze, naar vrijheid zoekende kunstenaar, de essentie van het materiaal vast, en laat de materie daar los.

Het atelier van Coenen is meer dan alleen een werkplaats. Het dient tevens als toevluchtsoord om het hoofd leeg te maken en als laboratorium om onderzoek te doen naar nieuwe mogelijkheden. Coenen maakt voor haar beelden gebruik van uiteenlopende materialen waarmee zij  wandobjecten maakt, eendimensionale werken op papier of combinaties daarvan. Samengevat maakt Coenen abstracte en gelaagde beelden met een groot scala aan materialen en technieken. 

In het atelier neemt Coenen de tijd om haar gemoedstoestand vrij te maken van dingen die haar belemmeren of in de weg zitten. Zelf zegt zij daarover: ” voor ik aan het werken toe kom moet ik eerst naakt worden “. Oftewel kwetsbaar, ontvankelijk en vrij. Coenen maakt haar werk niet met een vooropgezet plan, maar laat het spelenderwijs ontstaan met een compromisloze overgave aan haar intuïtie. Niet zelden wordt een werk halverwege het maakproces aan de kant gelegd om er in een later stadium een laag aan toe te  voegen. Haar handen doen, scheppen de voorwaarden en het materiaal doet de rest. Daar is moed voor nodig en inzicht. Een ander oog voor schoonheid. Een oog dat verder gaat dan louter esthetiek. Coenen verfraait niets, maakt het niet mooier dan het is en voordat een werk te esthetisch danwel te illustratief wordt, haalt zij haar handen ervan los, en raakt het niet meer aan.

Marie-José Coenen trekt er regelmatig op uit en wandelt graag. De natuur is echter niet haar thema, maar op een onbewuster niveau zijn sporen van natuurobservaties in haar werk terug te vinden. Kenmerkend voor haar geschilderde werken zijn de repeterende brede banen, het naast elkaar plaatsen van verschillende structuren en het spel tussen lichte en donkere partijen. Met eenzelfde gevoel voor ritme en herhaling maakt Coenen in het ruimtelijke werk vaak gebruik van geometrische vormen zoals blokjes en cirkels. Coenen werkt snel, zonder tussenkomst van het denkende brein, en in een staande houding. Met grote gebaren weet Coenen, op dragers van papier, hout, keramiek, doek of karton, het gebruikte materiaal in beweging te brengen. Elk werk is het resultaat van die fysieke arbeid en energie, waarmee de essentie van Coenens innerlijke wereld, in het materiaal tot expressie komt. Met het natuurlijke karakter waarmee Coenen haar werk benadert, brengt zij haar beelden tot leven.

Dat Coenen zich gauw verveelt, nooit in herhalingen zal vervallen en kan bogen over een uitgebreid oeuvre, zal niemand verbazen. Ondanks het feit dat Coenen niet het geduld heeft om met precisie een beeld op te bouwen, is er in het werk toch een zekere mate van controle aanwezig en wemelt het van de details. Van verschillende structuren die naast elkaar geplaatst nauw samenwerken, van licht-donker effecten, van subtiele witte lijntjes en stipjes of het reliëf dat ontstaat als de kwast of roller met beheerste druk de verf of de inkt opstuwt. Tussen de grote gebaren weet Coenen een subtiele, kwetsbare wereld op te roepen die ontroert en aanzet tot nadenken. Het werk is abstract en niet verhalend, roept geen associaties op, maar genereert een wereld aan ideeën en bewustwording.

Coenen is wars van stijlen, stromingen en kunstuitingen die in hokjes worden geplaatst. En toch is er een stroming waar het werk tegenaan schuurt. Die van de conceptuele kunst. De meest vrije en ondoorgrondelijke kunststroming die de moderne kunst in de vorige eeuw heeft voortgebracht. Hierin verliest het kunstwerk zijn materie en wordt uitsluitend als idee of concept voorgesteld en gepresenteerd. Zover gaat het werk van Coenen niet. Inmiddels is de beweging geëvolueerd en maken conceptuele kunstenaars beelden die geen esthetiek najagen, worden met goedkope of bouwmaterialen gemaakt en is het aan de beschouwer om het werk te vervolmaken. Een zelfde ruimhartigheid legt ook het werk van Coenen aan de dag. De vrijheid die ze zelf nodig heeft om het werk te maken slaat over op degene die er naar kijkt. Daar waar Coenen haar werk vrijgeeft en als een vlieger oplaat, krijgt de beschouwer de ruimte om zijn eigen stem er in te blazen.