de SNOEPWINKEL_Muller

de SNOEPWINKEL van Mariëlle Gebben en Peter Boersma

door Emmie Muller

Met gevoel voor smaak en in een ruim opgezette tentoonstelling presenteert Galerie Noord van 1 tot en met 24 mei 2021 het werk van Peter Boersma en Mariëlle Gebben. Na een stille tijd van avondklok, gesloten musea en lege zalen, gaan de deuren van hun Snoepwinkel open, waarin zij het publiek trakteren op een buitenaardse en imaginaire beleving.

Na zijn opleiding aan Academie Minerva startte Peter Boersma als grafisch vormgever zijn eigen bedrijf en ontwikkelde zich daarnaast als beeldend kunstenaar. In zijn vrije werk toont Boersma zich al even behendig als het gaat om compositie en vlakverdeling. Het basismateriaal waarmee hij werkt komt eveneens uit de wereld van het gedrukte woord. Boersma verzamelt oude documenten en geïllustreerde boeken die zijn uitgegeven rond 1900, maar ook Life en modetijdschriften uit de jaren vijftig en zestig maken deel uit van zijn collectie.

Zijn aan de collage verwante techniek is op zijn zachtst gezegd uniek te noemen. Met reepjes transparant plakband drukt en trekt hij fragmenten uit het originele papier weg en plakt deze snippers weer vast op een drager van mdf. Bij de keuze van het fragment wordt rekening gehouden met kleur, structuur, het licht-donker contrast en de dieptewerking. Door deze handeling meermaals te herhalen bouwt Boersma, snipper voor snipper en laag over laag, zijn beelden op. Het eindresultaat wordt met een epoxylaag afgedekt en ingepakt, zodat de zuurstof er niet meer bij kan en het plakband, ook na verloop van tijd, blijft hechten. 

De werken die Peter Boersma voor deze tentoonstelling heeft geselecteerd zijn geïnspireerd op het thema landschap. Waar in een voorgaande serie het landschap nog herkenbaar werd afgebeeld heeft Boersma in dit huidige werk gekozen voor een geabstraheerde benadering. Hiermee is de verbeelding die hij wil oproepen verrijkt. 

Boersma speelt een geraffineerd spel tussen abstractie en werkelijkheid. Net als je gewend bent geraakt aan de rijk gevarieerde nuances in de monochrome kleurvlakken, komt ineens een stukje realiteit om de hoek kijken. Dat maakt het spannend, omdat je het daar niet verwacht. Daarnaast is het werk een toonbeeld van gelaagdheid die je verstand hier en daar te boven gaat. De glimmende epoxylaag, die licht reflecteert, genereert naast een mentale afstand ook een verlangen om dichter bij het werk te komen. 

Die beweging van elementen naar voren laten komen en naar de achtergrond laten verdwijnen past Boersma ook toe als hij zijn composities opbouwt en de dieptewerking uit de originele foto in zijn eigen voorstelling verschuift en verplaatst. En niet te vergeten de laag van het lijnenspel, dat door de randen van het plakband overal zijn sporen nalaat en dienst doet als grote verbinder tussen de afzonderlijke stukjes papier. 

De landschappen van Boersma komen door zijn cinematografische inslag als buitenaards over. Je kan er in dwalen, verdwalen en weer thuiskomen. Het grote witte werk bij de ingang van de galerie getuigt daarvan. Na een lange reis is het goed toeven in deze gestolde witte stilte waarin de gemaakte bewegingen als herinneringen blijven nagonzen.

Mariëlle Gebben studeerde in 2017 cum laude af aan de Fotoacademie in Amsterdam. Haar foto’s zijn registraties van een geconstrueerde werkelijkheid. Hiervoor wordt in de fotostudio een opstelling gemaakt met materialen als gekleurd papier, glas, water en verf.  Wanneer de situatie is uitgelicht speurt Gebben door de zoeker van haar camera naar de gewenste compositie en legt deze met flitslicht vast. 

Mariëlle Gebben vertrekt in haar werk vanuit de taal. Naast haar verwantschap met auteurs die verhalen schrijven, laat zij zich inspireren door de wetenschap. Met de huidige technieken zijn natuurwetenschappers steeds beter in staat om de raadsels van het leven te duiden. Neem bijvoorbeeld de diepzee. Tegenwoordig weten we dat op die onherbergzame plek, waar het licht niet meer doordringt, het wemelt van de verschillende vissoorten die met hun futuristische verschijningsvormen in het donker toch hun weg weten te vinden. 

Deze (on)werkelijkheid heeft Gebben gestimuleerd om te denken in termen van oneidigheid en dat alles mogelijk kan zijn, zelfs een vreedzame en meer zachte wereld. Om met haar eigen woorden te spreken: ‘I am sensing a perfect world ‘. De waarheidsvinding, die door de wetenschap wordt aangereikt, is voor Mariëlle Gebben belangrijk en geeft grip op haar bestaan.

Met dit gedachtegoed in de hand, wordt de abstracte wereld die Gebben haar publiek voorspiegelt meer toegankelijk. En tegelijkertijd is die informatie helemaal niet nodig. De foto’s zijn niet bedoeld om naar te kijken, maar om te ondergaan. Gebben voert de abstractie zover door dat de herkenbare wereld er niet meer doorheen dringt en elke vorm van associatie geen houvast biedt. Precies op die grens tussen werkelijkheid en verbeelding begint het avontuur. De beelden staan zo op zichzelf, zijn zo verbonden aan hun eigen wetten, dat er niets anders overblijft dan een confrontatie met je eigen wezen en zijn. En lijken de beelden speciaal voor jou te zijn gemaakt.

Naast foto’s presenteert Gebben ook beelden die gemaakt zijn met gesmolten was van olieverfpastels. Aan deze waswerken, zoals zij ze zelf noemt, ligt een geheel andere techniek ten grondslag. Hier wordt op een drager van mdf, laag over laag, met het vloeibare materiaal gedruppeld, geschilderd en met een paletmes bewerkt. In deze waswerken laat ook Gebben zich inspireren door het landschap. 

Door de pasteuse dik gelaagde en schilferachtige huid zijn het eerder objecten dan schilderijen en tonen een verrassende verwantschap met de ‘collages’ van Peter Boersma. Temeer, omdat in de presentatie gekozen is voor een zelfde manier van inlijsten. Echter, de landschappen van Gebben, die als denker haar werk benadert, zijn mentaal van aard terwijl de landschappen van Peter Boersma, die zijn werk al doende en op intuïtie benadert, aards en fysiek zijn. Een mooier contrast kan je je niet bedenken, omdat daardoor de beelden van deze twee individuele kunstenaars elkaar versterken en aanvullen.

En dat is zo vreemd niet als je weet dat aan deze tentoonstelling een intensief werkproces is vooraf gegaan. Gedurende de lockdown hebben beide kunstenaars wekelijks hun nieuw gemaakte werk aan elkaar laten zien en kritisch bevraagd. Het resultaat van deze hechte samenwerking mag er zijn. De werken, die bescheiden zijn van formaat, zijn van plafond tot plint op speelse wijze als snoepgoed over de wanden uitgestrooid. Door deze manier van presenteren krijgt elk werk de aandacht en de ruimte die het verdient en blijft de inrichting, met maar liefst 53 beelden, licht en luchtig van sfeer. Smullen deze tentoonstelling, zowel voor denkers als kijkers.