STOF

 

Marcella Marinelli

 

31 augustus t/m 25 september 2019

 

Door Emmie Muller

 

In een met zorg ingerichte solotentoonstelling brengt Marcella Marinelli met foto’s, ruimtelijke werken en een installatie een ode aan twee stromingen uit  de moderne kunstgeschiedenis. 

 

In eerste instantie valt het niet eens op, maar deze tentoonstelling bevat hoofdzakelijk beelden die zijn gemaakt van karton en papier. Het feit dat de rijke en complexe gedachtegang er achter zich eerder opdringt dan de vorm an sich, is hier debet aan.

 

Deze vergankelijke, alledaagse en gevonden materialen waren tevens favoriet bij de kunstenaars van de Zero-beweging (Duitsland 1967) en die van de Arte Povera (arme kunst), die iets later in Italië ontstond. De intenties van beide bewegingen vonden bij kunstenaars in de rest van Europa navolging, zo ook in Nederland. In de Arte Povera staat de verstoorde relatie tussen mens en natuur centraal en werden ruimtelijke beelden van natuurlijke en/of vergankelijke materialen gemaakt en vaak als installatie gepresenteerd. De Zero-schilders zetten zich af tegen het abstract expressionisme en met hun ruimtelijke wandobjecten vervagen de grenzen tussen schilderkunst en beeldhouwkunst. In monochrome kleurtinten, meestal wit, spreken de geometrische beelden van verstilling en contemplatie en, sterker dan bij de Arte Povera, blijft de hang naar esthetiek bestaan. 

 

Zonder onderscheid te maken combineert Marcella Marinelli elementen uit beide stromingen in haar werk. De natuur is haar voornaamste gids en wijst haar de weg. Met haar camera in de aanslag trekt zij zich op gezette tijden terug in de natuur om in totale afzondering op ideeën te komen. Het liefst in de winter als het koud is, omdat  “een werk pijn moet doen aan mijn vingers”. Dit fysiek willen ervaren van het maken van kunst en daarin de grenzen opzoeken kenmerkt haar werkhouding op een gevoelige manier. Niet in de laatste plaats vanwege haar afhankelijkheid van medicijnen, omdat zij zonder deze stoffen haar dagen niet pijnloos doorkomt. Helen, zowel geestelijk als lichamelijk, is dan ook het voornaamste thema in haar werk. Zonder enige zweem van pathetiek trekt Marinelli dit thema naar een universeel nivo en getuigen haar beelden van een afwezige maker. Het ontbreken van een persoonlijk handschrift is ook door de kunstenaars van de Zero-beweging nagestreefd. Het materiaal staat in zijn puurste vorm in dienst van het kunstwerk en niet andersom. 

 

Met pakkende titels als  It’s all a matter of perspective, There is a crack in everything, that’s how the light gets in en The sound of chalk on blackboard,  opent Marcella Marinelli haar met zorg opgebouwde tentoonstelling, waarin alles met alles te maken heeft. Golfkarton, een knijper en een gebruikt zeefdrukraam spelen de hoofdrol in deze eerste drie ruimtelijke wandobjecten, aangevuld met afsluitdekseltjes van de schelp O percula astraea  rugosa.  De werken ontlenen hun bewegelijkheid aan het strijklicht dat veroorzaakt wordt door de driedimensionaliteit van de gebruikte materialen. Licht en schaduw is één van de tegenstellingen die Marinelli regelmatig in haar beelden tot uitdrukking brengt.

 

In de twee fotoreeksen getiteld ‘cloud nine‘ (de zevende hemel) en ‘broken lines‘ zijn de begrippen lucht en aarde tegenover elkaar gezet. Wolken, een geliefd onderwerp, worden door Marinelli geassocieerd met gewichtsloosheid en verlossing. De andere reeks toont afbeeldingen van gestolde energie die zich in lijnen van lavagesteente heeft vastgezet. Rust en uitbarsting zijn de tegenpolen die hier in één adem worden verbeeld.

 

De installatie getiteld Blueprint neemt in de tentoonstelling de meeste ruimte in. Deze interactieve installatie bestaat uit een wandvullende zwart-wit collage voorzien van een kleurenfoto, en een rode stift en twee losse objecten. De één open van vorm en de andere gesloten. Het zijn opnieuw de materialen die inhoud geven aan het werk.

 

De collage is een tekstuele compilatie van bijwerkingen die op bijsluiters van medicijnen worden meegeleverd. Aangezien de meeste mensen de bijsluiter niet lezen, of durven te lezen, heeft Marinelli de informatie uitvergroot weergegeven. Bezoekers kunnen de woorden van hun voorkeur met een stift rood onderstrepen en zo een signaal van belangrijkheid afgeven. Hiermee nodigt Marinelli de bezoekers op speelse wijze uit om onwetendheid in te ruilen voor bewustwording. De foto die de collage completeert is genomen in de Kapel van het niets, een sacrale ruimte die ontworpen is door de Vlaamse kunstenaar Thierry de Cordier en dienst doet als meditatieve rustplek voor patiënten en bezoekers van de psychiatrische instelling te Duffel. 

Stilte en rust is het tweede grote thema in Marinelli’s werk.

 

Het hangende object met de open vorm is samengesteld uit enkel bijsluiters en heeft de vorm van een kwal. Dit gelly-achtige zeewezen associeert Marinelli met het onvast op je benen staan na het innemen van medicijnen. Bezoekers kunnen onder het object plaats nemen om in alle intimiteit de binnenkant lezend te aanschouwen en te ondergaan. 

 

Het staande object heeft de gesloten vorm van een iglo en is een directe verwijzing naar het werk van de Italiaanse kunstenaar Mario Merz, dé Arte Povera- kunstenaar bij uitstek. Net als hij heeft  Marinelli de Fibonacci-getallenreeks toegepast om het dragende binnenwerk te construeren. Deze getallenreeks is vergelijkbaar met de Gulden Snede die de ideale verhouding aangeeft tussen twee maten en staat symbool voor evenwicht en schoonheid. De buitenkant van de iglo heeft Marinelli bekleed met talloze lege en halfvolle medicijndoosjes. De helft ervan heeft zij opgespaard na eigen gebruik en de andere helft is samengebracht door mensen uit haar dorp nadat zij een oproep had gedaan in een plaatselijke krant. Ondanks het verzamelpunt dat ze voor dit doel in het leven had geroepen kwamen mensen hun doosjes liever persoonlijk bij de kunstenares afleveren, omdat het verhaal achter het medicijngebruik nodig verteld moest worden. Aldoende groeide een idee uit tot een project en het project in een community-artwork.

 

De iglo van Marinelli staat naast zijn perfecte balans ook bol van de maatschappijkritiek. 

 

Als ervaringsdeskundige komt zij voortdurend een reguliere gezondheidszorg tegen die eerder geneigd is om medicijnen voor te schrijven dan om samen met patiënten te zoeken naar alternatieve en op maat gemaakte oplossingen. Stilte en daar de tijd voor nemen. Niet alleen als noodzaak om het genezingsproces te bevorderen, maar ook om te reflecteren op gedane acties  waardoor complexe vraagstukken zinvoller kunnen worden opgelost. 

 

Door het gedachtegoed en de beeldtaal van twee stromingen te paren aan haar eigen kunst is Marinelli erin geslaagd om een veelzijdige tentoonstelling neer te zetten. De titel STOF voegt aan het geheel nog een laag toe en dekt meer dan de lading. Tot stof zullen we wederkeren, er is stof tot nadenken, in medicijnen zitten heilzame stoffen, de mens bestaat uit stof en wie moet morgen niet het stof uit zijn huis ruimen. Wat het minste van het minste lijkt weet Marinelli om te toveren tot het meeste van het meeste.

 

Dat alles kan en mogelijk is heeft zij geleerd van Doctor Who in de Britse sciencefictionserie die voor kinderen eigenlijk te griezelig was. Maar de fantasie die haar idool te berde bracht is altijd bijgebleven. En net als Alfred Hitchcock signeert zij haar werk door zichzelf eenmaal onopvallend op een foto te laten zien. Leunend tegen een pilaar in de Kapel van het niets, in een zone van stilte en van pure mogelijkheden, zit zij wellicht na te denken over een nieuw begin.