Emmie Muller over tussen hemel & aarde

 

Begeleidende tekst bij de expositie van Allie van Altena

 

 

Met tekeningen, sculpturen en muurschilderingen brengt Allie van Altena in zijn nieuwe expositie (29 oktober – 24 november 2022) een ode aan het toeval en laat in zijn mentale landschappen zien dat er meer is tussen hemel en aarde.

 

Vier jaar geleden ontving Allie van Altena een stipendium voor bewezen talent van de Mondriaanstichting. In de vorm van een solopresentatie brengt hij elk jaar verslag uit van zijn beeldende ontwikkeling tot dan toe. Dit is de derde editie.

 

Dertig jaar geleden begon Van Altena aan zijn levenswerk door de vloer van zijn atelier van plint tot plint te beplakken met lege vellen papier. Op deze witte wereld zonder kaders begon hij met poederachtige tekenmaterialen te tekenen. Na een half jaar was hij daarmee klaar en besloot de vellen om te draaien en begon opnieuw. Door de grootte van het vloeroppervlak en de zittende of zelfs liggende houding waarin gewerkt moest worden, was het onvermijdelijk dat de tekeningen onderling met elkaar besmet raakten. Er kwamen vegen op van stof en voetsporen. Oftewel: de eens zo smetteloos witte vloer kwam tot leven. Na het tekenproces werd het grote werk in rechthoeken geknipt en op stapels gelegd. Op deze verre van smetteloze dragers maakt Van Altena het werk dat hij exposeert. Na afloop verdwijnen zij als tijdcapsules weer tussen de stapels in afwachting van een nieuwe wederopstanding. Dit proces van afgeven en doorgeven, van beelden maken en weer aan hun herkomst toevertrouwen, vergelijkt Van Altena met het proces van composteren.

 

Een doeltreffende term die direct verwijst naar de groeiprocessen in de natuur, het thema van zijn werk. In een composthoop wordt dood organisch materiaal door onzichtbare chemische processen afgebroken en getransformeerd in nieuwe voedingsstoffen. Van Altena volgt in de omgang met zijn werk ditzelfde natuurlijke principe. Sterker nog, hij bootst het na. Van nature, want niets in zijn beeldende ontwikkeling ontstaat vanuit een bewust vooropgezet plan. In de mystiek van het onzichtbare, het ongrijpbare laat hij zijn werk organisch ontstaan. 

.

En dat er iets leeft tussen hemel en aarde wat de werkelijkheid overstijgt laat Van Altena zien in zijn abstracte, mentale landschappen. Mentaal omdat het landschap niet naar waarneming is getekend, maar enkel door de tweedeling van het vlak wordt opgeroepen. De beelden uit de vorige solopresentatie getiteld Inter-Esse (er tussen zijn) zijn voor dit nieuwe werk gebruikt. Sporen daarvan zijn hier en daar nog terug te vinden. Op deze dragers is met een mengsel van houtskoolpoeder, water en witte inkt een schildering aangebracht met een brede kwast. Nat gemaakt papier gaat bobbelen en in de kuiltjes van het papier blijft het mengsel staan. Door het drogen krimpt het papier en laat een patroon van dunne witte lijntjes achter wat zich makkelijk laat associëren met wortels of koraal. Rekenschap afleggend van de tijd die het maakproces nodig heeft laat Van Altena zijn werk bij toeval ontstaan en door zo weinig mogelijk in te grijpen maakt het werk zichzelf.

 

Deze tentoonstelling lijkt op het eerste oog de meest klassieke van de drie. Alle tekeningen hangen keurig aan de wand en de twee sculpturen rusten kalm op hun sokkels. Maar schijn bedriegt, want ook nu weer heeft Van Altena de ruimte op geraffineerde wijze naar zijn hand gezet. Tegenover de ingang van de galerie heeft hij de witte muur gedeeltelijk rood geverfd waarbij de linkerhoek bewust is uitgespaard. Zodoende krijgt het als een op zichzelf staand vlak betekenis. Geheel in stijl met zijn gelaagde tekeningen heeft hij de verf transparant aangebracht. Hierdoor lijkt er iets geheimzinnigs doorheen te schemeren. De smalle glad gestucte vlakken tussen de bakstenen muren zijn voorzien van langgerekte, gestileerde cipressen, uitgevoerd in een negatieve en positieve variant. De zwart-wit vormen tillen de omringende beelden op naar een nieuwe kijkervaring. Allie van Altena kijkt namelijk niet naar elk werk afzonderlijk, maar naar de samenhang tussen de beelden in relatie tot hun omgeving.

 

Ter voorbereiding van deze tekst breng ik op een zonnige zaterdagmiddag een bezoek aan zijn atelier. Ik ken zijn werk al een beetje, maar dit had ik niet verwacht. Het atelier is kleiner dan ik me had voorgesteld. Hoge wanden ontbreken en het oogt rommelig en vooral stoffig. Ik krijg van Allie een kopje koffie en ineens wordt alles duidelijk: ik ben midden in het wezen van zijn tekeningen beland. Het atelier ademt de sfeer van zijn werk. In de aangeveegde hoopjes papiersnippers en restafval liggen de inspiratiebronnen voor het oprapen.

 

Van Altena gooit nooit iets weg en als een archeoloog diept hij uit de resten van wat is geweest het materiaal op. nieuwe beelden. Als een god op de vierkante meter schept hij zijn werk en ziet dat het goed is.