Emmie Muller over Traceren

Emmie Muller over Traceren


Met de tentoonstelling getiteld Traceren doen kunstenaars Esther IJssels, Peter Dijk en Faisel Saro beeldend verslag van hun zoektocht door heden en verleden, door ruimte en tijd. Tussen zichtbare en verborgen lagen borrelen betekenissen naar boven.

De tekeningen die Esther IJssels in deze expositie toont zijn gemaakt met acrylverf en zwarte inkt (fineliner) op handgeschept papier. De grondstof voor deze ambachtelijke papiersoort is pulp die gemaakt wordt van nat gemaakte snippers papier. Esther IJssels komt op dat idee na het opruimen en ordenen van het uitgebreide archief dat haar moeder nalaat als zij is overleden. De berg papieren die overblijft verwerkt IJssels tot pulp en blaast de oude documenten, als drager van haar werk, nieuw leven in. In de dynamische structuur van het papier zijn sporen van letters nog terug te vinden.

Mentale lagen die zich voordoen door gebeurtenissen uit het leven gebruikt IJssels ook in het omgaan met het aanbrengen van de acrylverf. Het werk wordt liggend op de grond gemaakt en met een in de verf gedoopte draad van anderhalve meter, conform de maatregelen van de coronacrisis, laat IJssels de verf boven het papier druppelen. 

Een proces waar het voornamelijk op intuïtie en gevoel aankomt. Het laten gebeuren. Nadien is het kronkelige lijnenspel aangevuld met dunne inktlijntjes. Een proces van bewust ingrijpen. Het eindresultaat laat zich lezen als een op gevoel gemaakte reis van A naar B zonder te weten waar de reis ooit begonnen of geëindigd is. Deze filosofische benadering roept associaties en vragen op over het leven zelf. Over het onderweg zijn of ergens aankomen. En wat heeft dan je voorkeur? In haar getekende ‘schatkaarten’ blijft Esther IJssels het antwoord op die vraag verschuldigd en kan je met je ogen dwalend over het papier de reis maken die je zelf wil…  

In tegenstelling tot het zoekende werk van Esther IJssels hanteert Peter Dijk in zijn werk een meer concrete en zakelijke aanpak. Gaandeweg zijn ontwikkeling heeft hij het pad van de traditionele landschapsschilderkunst verlaten en is een andere weg ingeslagen. Het linnen heeft hij vervangen door meubelstoffen, gordijnen of kledingtextiel en aan de gebruikelijke schildersgereedschappen heeft hij de rakel toegevoegd. Een rakel wordt normaal gesproken alleen in de zeefdrukkunst gebruikt, maar Peter Dijk weet beide disciplines op verrassende wijze te combineren.

Aan zijn werk gaat een uitgebreid onderzoek vooraf waarbij de plattegrond van een stad centraal staat. Maar niet zomaar een stad. Door aanbouw en afbraak groeit en slinkt elke stad met zijn tijd mee. Echter, Peter Dijk richt zich met name op steden die door hun beladen geschiedenis of door oorlogsgeweld en wrijving voorgoed getekend zijn. In deze tentoonstelling zijn vier schilderijen opgenomen van de stad Aleppo en één van Jeruzalem. Zijn aandacht gaat niet alleen uit naar het visuele aspect van de kaart, maar voelt zich ook betrokken bij de mensen die er wonen. In een poging om het beladen verleden en de aangebrachte schade weg te nemen, zoekt hij naar nieuwe structuren en daarmee naar een nieuw toekomstbeeld. Peter Dijk ziet zichzelf niet als een geëngageerd kunstenaar en onthoudt zich van een politiek standpunt. Door het weergaloze vogelperspectief dat hij in zijn werk weet te bereiken laat hij zijn bezoekers liever zweven boven ruimte en tijd.

Confrontatie, architectuur, het wandelen door heden en verleden, de levensweg. Ook in de tekeningen van Faisel Saro komen deze thema’s aan bod. Faisel Saro maakt zijn tekeningen op lichtdoorlatend kalkeerpapier. Een teer materiaal dat meteen reageert op vocht zoals inkt, acrylverf en overdrachtelijk gezien op bloed, zweet en tranen, levensvloeistoffen die zijn voorouderlijke geschiedenis in herinnering brengen. In het uitdragen van zijn werk is Faisel Saro op het punt gekomen om in zijn beeldende ontwikkeling zijn identiteit en daarbij de slavernijgeschiedenis wat meer los te laten. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. In de lagen van zijn werk en in zijn artistieke keuzes voor plekken die hij wil markeren, blijven gedachten aan zijn culturele erfenis meetellen.

In de grote tekening links bij binnenkomst van de galerie, is de Leidse kade in Amsterdam onderwerp van gesprek vanwege zijn neoclassicistische bouwstijl die in de Gouden Eeuw furore maakt als Nederland over de ruggen van slaven veel rijkdom vergaart. Het kan niet vaak genoeg gezegd worden, maar naar de wens van de kunstenaar: genoeg hierover.

Faisel Saro maakt zijn werk voor iedereen, ongeacht zijn herkomst of verleden. Zijn tekeningen noemt hij sociogrammen en naar eigen zeggen is een sociogram een grafische weergave van sociale verbindingen. Saro maakt dat zichtbaar in gelaagde beelden waarbij hij architectonische elementen zoals ramen en gevels uitbeeldt in uiterst fijne en strakke lijntjes en laat daar de energie van menselijk verkeer als een deken van vlekken en vegen overheen vallen. Het werk oogt niet alleen fysiek het is ook letterlijk met inzet van lichaam en geest gemaakt. Naast tekenen, knipt, plakt, schuurt, prikt en krast Saro zich een weg naar het eindresultaat. En daar, waar het getekende stopt, echoot de verbeelding in de plooien van het kalkeerpapier nog lang na.

Traceren; zoeken naar de bron, je weg bepalen of beperken, open laten of een andere weg inslaan, track en trace: waar is mijn pakje? En wie kom je tegen? In de lagen van het werk worden verleden en toekomst gekoppeld aan de actualiteit van vandaag. De drie heel verschillende kunstenaars hadden die relatie niet beter op de kaart kunnen zetten.